De boom des levens.
Er was eens een hele grote boom, een drakenboom, die midden in sappige groene wei stond. Deze grote sterke boom stond daar aanwezig te zijn dag na dag, seizoen na seizoen, jaar na jaar.
Oorspronkelijk was deze boom een lelieachtige plant die groeide op rode vulkanische aarde. In de loop der tijden was ook in deze rode aarde het plantenleven tot bloei gekomen. Deze groei en bloei had de lelieachtige struik doen uitgroeien tot een stevige drakenboom, wel 20 meter hoog en vele duizenden jaren oud.
Een boom gevuld met herinneringen....
Eeuwen geleden.... bevond deze boom zich temidden van een groot dichtbegroeid bos. Allerlei soorten bomen, grote en kleine, dikke en dunne leefden hier dicht op elkaar. Doordat ze zo dicht op elkaar leefden was er veel schaduw en weinig ruimte voor het zonlicht om door het bladerdak heen te dringen en de aarde eronder te verwarmen en zo groei en bloei te stimuleren. Op zekere dag, viel er een mals regenbuitje. Het was maar een klein buitje.. nog niet eens krachtig genoeg om de aarde onder het dichte bladerdak te bevochtigen. Wel bleven dikke druppels achter op het groene bladerdak. Een druppel bleef hangen aan de rand van een blad en hechtte zich daar.....
De zon kwam weer te voorschijn en straalde een warm, helder en fel licht uit over het groen. Terwijl dit licht uitbundig schitterde, ontstond er, op natuurlijke wijze, een brandglas; in de droge diepte begon er iets te smeulen...... en ineens ontstond er een vuurtje. Al gauw veranderde dit in een stevige brand en binnen afzienbare tijd was het grootste gedeelte van het bos afgebrand. Temidden van de verschroeide aarde bleef nog een wortel van de drakenboom over. Dit dunne en toch oo zo stevige worteltje overleefde deze natuurramp.....
Langzamerhand, met de wisselingen van de seizoenen, veranderde de geblakerde aarde wederom in een groene sappige weide. Het worteltje groeide mee met deze veranderingen. Het vormde een nieuwe stam en schors en groeide uit tot een stevige sterke boom. Een volwassen drakenboom. Deze boom werd een rust- en schuilplaats voor mens en dier. Vogeltjes kwamen erin uitrusten en kwetterden er met elkaar vrolijk op los. Mensen zochten de schaduw van de boom op en gingen tegen de stam zitten om steun te voelen en uit te rusten in het groene sappige gras. Temidden van dit alles trokken dag en nacht, zon en maan aan de boom voorbij in een groot kosmisch ritme, een kosmische dans, op Aarde te voelen en te herkennen in het ritme van de seizoenen.
Op een nacht, geleid door het zilverachtige zachte licht van de volle maan, kwam er een meisje naar de boom. Ze ging tegen de stam zitten, keek omhoog naar de volle Maan, die de wereld om haar heen deed baden in een zacht zilverwit licht. Ontroerd door dit zachte zilveren licht begon het meisje te huilen.
“Ik hou het niet meer uit,” snikte ze. “Ik kan er niet meer tegen”.
“Waarom zijn de mensen toch vergeten waar ze vandaan gekomen zijn en waarom ze hier zijn? Het lijkt wel of ze niet wakker willen worden! Ze zijn zo gehecht aan macht en status en aan vermeende zekerheden. En zo vergeten ze helemaal om aandacht te schenken aan de schoonheid van de schepping en aan de scheppingskracht. Wat kan ik nou helemaal betekenen? Ik voel me zo machteloos, onvermogend en alleen”. Haar hele lijfje schokte van de snikken die diep uit haar hartje omhoog welde. De boom had met zijn aanwezigheid al vaak getroost en gesteund en toch... deze keer was anders! Vanuit herinnering wist de boom ineens weer van de kracht van die ene druppel...
De boom besloot zijn zwijgende troostende aanwezigheid te doorbreken en een andere uitwisseling aan te gaan met dit snikkende wezentje. In de stam opende zich een geheimzinnig onzichtbaar deurtje en het meisje viel pardoes achterover, tuimelde door de stam omlaag en kwam terecht in een grote ondergrondse ruimte..... een grot, diep in het hart van Moeder Aarde. In deze grot waren allemaal wezentjes van licht bij elkaar. Ze zaten in een grote kring en het leek alsof ze op het meisje gewacht hadden.
“Wie zijn jullie?”, vroeg het meisje. “Wij zijn de kristalwezens” antwoorden zij in koor. Verwonderd keek het meisje om zich heen. Langs de wanden waren allemaal spiegels waaruit een soort van geheimzinnig licht straalde. Toen het meisje nieuwsgierig in een van de spiegels keek zag ze iets heel anders als dat ze verwachtte.....! In opperste verwarring keek ze naar het lichtbeeld van een oude wijze indianenvrouw. Verschrikt keek ze achter zich om te zien of daar misschien iemand stond! Maar nee, niets te zien! Ze keek de kring van lichtwezentjes rond. Niemand schoot haar te hulp. Wel voelde ze een woordeloze liefdevolle bemoediging die haar hart aanraakte en vulde. Opnieuw waagde ze het om in de spiegel te kijken. Nu zag ze dat de oude wijze indianenvrouw haar liefdevol toelachte en haar uitnodigend wenkte dichterbij te komen. Nog steeds in verwarring bewoog ze zich schoorvoetend in de richting van de spiegel. Dichterbij gekomen keek ze nogmaals aandachtig.... en terwijl ze keek veranderde het beeld in een caleidoscoop. Ze voelde zich opgenomen in een werveling van kleuren, dansend, spiralend, en ineens schouwde ze door alle beelden heen en zag alles tegelijkertijd: een jong meisje, een oude vrouw, een dolfijn, een leeuw.... allerlei vogels en andere dieren, gevolgd door allerlei prachtige landschappen, wolken, stenen, mineralen, kristallen, sterren, zon en maan. Het was nauwelijks te bevatten zo overweldigend en overvloedig! Toen was er weer het stralende beeld van de oude wijze vrouw. “Luister mijn kind,” zei ze, “en herinner je.......”
Je bent een kind van het Licht. Je hebt gekozen je liefde, je licht, en je wijsheid te brengen naar planeet Aarde. Als een baken van licht, een wegwijzer, een helder kristal. Toen je pas geboren was schouwde je nog met gemak in de wereld van de geest. Je had een open verbinding met het Licht. Daardoor keek je ook door de dichtere aardse vormen heen in de patronen en de matrix erachter. Je was echter niet in staat je wijsheid en inzichten te communiceren in de taal van de mens. Het verschil tussen dat wat je voelde en begreep en dat wat je hoorde was erg groot. Je onderging het natuurlijke proces van afzondering, afsluiting en begaf je op de weg van ervaring van onbegrip, afwijzing en miskenning. Niet vanuit tekortkoming, schuld of boete. Wel vanuit je vrijwillige keuze deze aardeontwikkeling te ervaren en geleid door je intuitie door deze ervaringsroute heen een weg te banen, een brug te bouwen. Niet alleen jij ervaart en groeit door deze ontwikkeling, maar alle wezens van licht met elkaar! Niemand valt uit deze scheppingsschoot, want zoals de weerspiegeling je al heeft laten zien:
“ Ik ben een ander jou “.
Wanneer dit besef ten volle is doorgedrongen verdwijnt de voedingsbodem van oordelen, ruzie maken of oorlog voeren. Weet je, mijn kind, elke lichtcirkel is zo sterk als de zwakste schakel! Elk “lichtbeeld” dat eist de enige en volmaakte te zijn verliest zijn kracht en wordt getransformeerd door het besef en het inzicht, dat elke levensvorm evenveel bijdraagt aan leven en groei, gedragen door de voedingsbodem die eenheid IS. Aan het herscheppen van deze matrix wordt reeds volop gewerkt door vele (mensen) zielen...
Kom droog nu je tranen en weet dat je meer bent dan je tranen.......Kijk en verbind je met dat wat je nog meer bent.....met alles wat je bent....” vertelde ze met haar zachte helende stem van wijsheid. Het was alsof zorgzaam en liefdevol alle sluiers opzij geschoven werden. Al luisterend en voelend werd het meisje zich weer gewaar van alles wat ze bijna vergeten was! Het overspoelde haar met diepe vreugde en dankbaarheid. Heel stil zat ze daar een poosje.
En ineens drong het besef volledig door alles heen:
Ook zij was een kind van Licht, geworteld in de Aarde van eenvoud, van Zijn temidden van complexiteit.
Het was een vreugdevolle, ontroerende gebeurtenis!
Toen werd haar aandacht getrokken naar de ingang van de grot en daar zag ze haar dierbare wederhelft staan, haar tweelingvlam. Hij lachte breed, goedmoedig en trots naar haar en naar het gehele schouwspel. Dat ontroerde haar zeer, tot tranen toe; ze kreeg een brok in haar keel...Diep bewogen en verwonderd was ze. De liefde die uit zijn ogen straalde! Als twee stralende zonnetjes. Een woordeloos gesprek. Deze voelende aandacht bracht een golf van warmte en ontroering met zich mee die door haar heen ging. Ze voelde zich gezien en in haar waarde ge-eerd.
Wat een liefdevolle bekrachtiging!
Een natuurlijke uitwisseling volgde, een versmelting in liefdevol samenzijn. Integratie.
Het Werk was gedaan. Isolement doorbroken, eenzaamheid opgelost. Samen konden ze nu, in alle krachtige eenvoud, een wegwijzer, een lichtbaken Zijn. Terwijl ze plaats namen in de cirkel van lichtwezens kwam er een gouden lichtstraal binnen die hen verlichtte en bekrachtigde en voortaan de weg zou wijzen via de lichtkracht van het Hart.
Annet Hoeijmans-Boon (c).
2002.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten